Het is begonnen met een stel enthousiaste jagers die ter verbetering van hun schietkunst gingen oefenen op kleiduiven. Dit zijn schoteltjes geperst van klei, die door een machine middels een werp arm de lucht in worden geslingerd. De schutter probeert dan om met een schot hagel deze duif kapot te schieten.
Het oefenen wierp zijn vruchten af en meerdere jagers raakten geïnteresseerd. Hierdoor werd het noodzakelijk om uit te kijken naar een geschikte plek waar meer mensen konden schieten. Het oude zwembad op Oud Alteveer was een geschikte locatie om deze sport te gaan beoefenen. Er werd een vereniging in het leven geroepen en wel de Schietvereniging Nimrod, kortweg S.V. Nimrod met als bestuursleden de heren Loman, Meijer en Mulder op 15 juli 1969.
Het ledenaantal groeide gestaag, mede daardoor kwam het dat er al bijna iedere zaterdag geschoten werd. Er werden onderlinge wedstrijden gehouden en men kreeg bezoek van andere verenigingen. Het was al vrij snel niet alleen een club van jagers, nee ook de zogenaamde sportschutter meldde zich en werd het steeds meer gezien als een vorm van vrijetijdsbesteding.
Al snel daarna werd begonnen met het opleiden van toekomstige jagers. Eerst nog op vrijwillige basis maar later werden de jagers verplicht gesteld om een examen af te leggen voordat ze een jachtakte konden aanvragen. Dit alles ging in nauwe samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (K.N.J.V.). Ook nu nog worden jaarlijks bij ons op de schietbaan zo’n 40 jagers opgeleid.
Naarmate het sportschieten steeds meer de overhand kreeg werd de behoefte aan een trap- en skeetbaan steeds groter. Op een trapbaan staan de schutters op 11 meter achter de machine opgesteld, de machine werpt de duiven op gevarieerde wijze, de schutter weet van te voren niet welke richting de duif neemt. Op de skeetbaan daarentegen is de baan die de duif vliegt wel vast, maar wisselen de schutters van positie staand op een halve cirkel ten opzichte van de machines die de duiven werpen.
Er werd uitgekeken naar een grotere en geschikte locatie waar beide Olympische disciplines (trap en skeet) konden worden verschoten. Uiteindelijk kwamen we terecht op een terrein aan de Doorsnee, naast Pekela B.V. Bij een nieuwe baan hoorde een nieuwe naam. De Jachtschietbaan Pekela was een feit.
Hier werd met vereende krachten een kantine, een trapbaan, een skeetbaan en een kogelbunker gebouwd. In deze laatste was het mogelijk om te schieten met klein kaliber geweren alsmede pistolen en revolvers.
Het ledental groeide naar 150 leden. Op deze nieuwe baan werden veel wedstrijden gehouden. De donderdagavond en de zaterdag waren de vaste dagen dat de baan geopend was.
Er is zelfs een keer een Nederlands Kampioenschap verschoten van de KNJV. Ook nam diezelfde KNJV hier meerdere keren het jachtexamen af.
Het ging allemaal zeer voorspoedig maar toen er een nieuwe Hinderwetvergunning moest komen voor de uitbreiding van een aantal banen werd deze niet verstrekt. Het ging zelfs zover dat de bestaande vergunning werd ingetrokken. Een langdurig juridisch steekspel was het gevolg. In maart 1987 kwam de uitspraak van de Raad van State, de baan moest dicht. Verslagenheid alom, wat nu?
Gelukkig had een van de bestuursleden, de heer Johannes Loman, oprichter en man van het eerste uur, een perceel grond waarop misschien een kleiduivenbaan kon worden gebouwd. Omdat onze baan al langer met sluiting was bedreigd hadden we al een jaar eerder een Hinderwetvergunning voor dat terrein aangevraagd. De gemeente verleende ons een nieuwe Hinderwetvergunning op het huidige terrein aan de 2e Ontsluitingsweg. Met wederom veel zelfwerkzaamheid en geringe middelen werd hier begonnen met de bouw van een nieuwe schietaccommodatie.
Hier werd op 10 oktober 1987 de eerste wedstrijd gehouden, weliswaar nog niet met elektrische machines maar met behulp van handmachines. Ook een kantine was er nog niet, maar een tent bood welkom onderdak. In het voorjaar van 1988 waren er al meer voorzieningen zoals een kantine, kogelbunker, trap- en skeetbaan. Helaas hadden we nogal wat leden verloren toen we een jaar lang dicht waren. De oude naam Jachtschietbaan Pekela verdween en maakte plaats voor de S.V. Vulpes Vulpes ( de naam komt van het Latijnse woord voor vos.)
De nieuwe club heeft nu al zo’n 350 leden, waaronder een groot deel sportschutters die gebruik maken van zowel de kogelbaan als de kleiduiven banen. Inmiddels heeft de club de beschikking over een mooi ruim clubhuis, 2 skeetbanen en een Olympische trapbaan. Daarnaast is er nog de mogelijk om een jachtparcours te verschieten, dat wil zeggen, de machines staan zeer gevarieerd opgesteld zodat het voor de schutter een uitdaging vormt om zoveel mogelijk treffers te scoren, al dan niet in wedstrijdvorm.
Het is ook mogelijk om bij kunstlicht te schieten, we kunnen dus het hele jaar door blijven oefenen. Tot zover de geschiedenis.
Ook vinden steeds meer recreatieve schutters hun weg naar de schietbaan, net als verenigingen en bedrijven die met hun personeel wel eens een keer iets anders willen doen op hun jaarlijks uitje. Want het is en blijft een bijzondere sport. Reden genoeg om eens een kijkje te komen nemen en wellicht een schot te wagen op zo’n kleiduif. Inmiddels heeft de club zo’n 30 gediplomeerde instructeurs die de aspirant schutters of de recreatieve schutter deskundig kunnen begeleiden.